‘Sommige kinderen hebben geen tas voor schoolspullen’

‘Sommige kinderen hebben geen tas voor schoolspullen’

Vijf dagen per week kan een kind dat thuis in armoede leeft terecht bij kinderopvang Fundashon Ora Pa Muchanan Uni op Curaçao. “Kinderen krijgen gezond eten, spelen met andere kinderen en kunnen hier slapen. Ondertussen helpen we hun ouders of verzorgers uit hun vervelende situatie te komen.”

Locatie:
Curaçao

“Het raakt ons als we zien wat armoede doet. Sommige kinderen hebben geen tas voor schoolspullen. Voor hen regelen we dan iets. Ook geven we kleding als dat nodig is”, vertelt directrice Darnella. De speciale kinderopvang biedt onderdak aan twintig kinderen tussen 0 en 12 jaar. Hun ouders krijgen opvoedondersteuning zodat zij hun leefsituatie kunnen veranderen. “Vaak ervaren ouders stress. Een kind zit dan ongewild in een omgeving waar spanningen zijn. Wij doen er alles aan om de ouders te helpen zodat het kind een betere toekomst krijgt. Als ze willen dat hun kind hier zorg krijgt, willen wij dat ze meedoen aan onze workshops.” Die gaan onder meer over structuur in je leven krijgen, budgettering, de arbeidsmarkt en schulden voorkomen.

Armoede bij de basis aanpakken

Als maatschappelijk werker biedt Rubella hulp aan mensen die minder bedeeld zijn. “Alleenstaande moeders, maar ook koppels. We willen armoede bij de basis aanpakken. We doen alles wat we kunnen om de ouders te helpen. We sturen ze ook vacatures. Ouders die niet kunnen werken verwijzen we door naar instanties. Ook betrekken we ze zoveel mogelijk bij de opvoeding. Maar het is soms moeilijk. Ze zijn gewend om niets te doen en thuis te zitten. Toch moeten ze echt komen. De workshops zijn er voor hun eigen ontwikkeling en die van hun kind.” 

“Soms denken ze dat de verantwoordelijkheid bij ons ligt”, gaat Darnella verder. “Onze leidsters maken hun kind zindelijk, leren hoe ze zich moeten aankleden, maar zij moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen.” Rubella: “Als moeder doet het pijn aan mijn hart. Mijn kinderen hebben kansen en deze kinderen niet. Ik bied ouders op alle manieren hulp zodat ze beter voor hun kind kunnen zorgen. Als ze die kans niet grijpen, word ik wel boos.” Darnella vervolgt: “De kinderen kunnen hier zijn door subsidies, dus het is geven en nemen. De verzorgers moeten de workshops volgen, naar ouderavonden komen, meedoen met de oudercommissie en zich inzetten voor sociale activiteiten. Er mag ook een familielid komen. Als er maar iemand is die betrokken is bij het kind. Dat is voor ons het belangrijkste. We hebben een keer een oma gehad die overal bij aanwezig was.”

"Het raakt mij als een kind hier wil blijven. Dat laat zien dat ze het hier goed hebben en ons werk ertoe doet."
Darnella
Directrice

Financieel op vooruit

De opvang biedt van maandag tot en met donderdag begeleiding en activiteiten. “Op vrijdag is er altijd een grote activiteit. Dan zijn de kinderen heel blij”, vertelt Darnella. “Aan het eind van de dag willen ze eigenlijk niet naar huis. Het raakt mij als een kind hier wil blijven. Dat laat zien dat ze het hier goed hebben en ons werk ertoe doet.” Rubella vult aan: “We merken na een weekend ook dat we eigenlijk weer opnieuw kunnen beginnen. Dan zien we opeens achteruitgang bij het kind of dat ze niet goed zijn verzorgd.” Darnella: “Als we geen vooruitgang zien in de sociale situatie thuis, dan moeten we een andere weg zoeken.” 

Gelukkig zijn er succesverhalen. “Mensen die een baan krijgen of zelf een bedrijf beginnen en er financieel op vooruitgaan. Ik ken ook een moeder die een eigen nagelstudio heeft. Eerst had ze maar een paar klanten, maar nu heel veel. Dat is voor mij een succes”, vertelt Rubella. “Het kan ook zijn dat de financiële situatie niet verandert, maar de algemene ontwikkeling vooruit is gegaan. Of dat ze inzien hoe belangrijk het is om meer betrokken te zijn bij hun kind. Dat is zo mooi. En dan zijn er nog ouders die nu betrokken zijn bij de stichting. Eerst kwamen ze voor hulp en nu helpen en motiveren zij andere ouders.”