'Van de bank af'
Het Oranje Fonds programma Man 2.0 doorbrak het clichébeeld van mannen, die altijd alle problemen zelf moeten kunnen oplossen. Want voor een hele grote groep mannen blijkt dat niet zo eenvoudig te zijn.
Een vergeten groep, noemen projectadviseurs Mirjam Lammers en Pim Achterkamp van het Oranje Fonds de mannen die de doelgroep van Man 2.0 zijn. Drie jaar lang volgden zij het wel en wee van deze grote groep mannen. Mannen die volgens Achterkamp geen binding meer hadden met hun omgeving, niet deelnamen aan de activiteiten in hun buurt, wrok koesterden tegen de maatschappij en zich volstrekt overbodig voelden. Zelfs in hun eigen gezin.
Man 2.0 richtte zich in hoofdzaak op laagopgeleide, sociaal geïsoleerde mannen. Autochtone en allochtone mannen die een sociaal en/of maatschappelijk geïsoleerd bestaan leiden of op dat vlak dreigen uit te vallen. Over deze groep was ook niet veel bekend. “Hulpbehoevende mannen stroken niet met het beeld van de man die uitstekend in staat is om voor zijn gezin en zichzelf te zorgen”, zegt Lammers. “Zo zien wij de man het liefst. Man 2.0 geeft een ander beeld, dat veel mensen niet kennen.” Man 2.0 doorbrak het clichébeeld van mannen, die altijd alle problemen zelf moeten kunnen oplossen.
Sneller met lege handen
Beide adviseurs zagen de afgelopen jaren veel aandacht voor vrouwenemancipatie. “En terecht”, zegt Lammers, “een groot deel van de vrouwen heeft nog steeds een sociaal-economische achterstand en verdient die aandacht dan ook.” Maar tegelijkertijd wordt ook in de literatuur verwezen naar mannen als achtergestelde groep en ontstond in de dagelijkse praktijk bij maatschappelijke organisaties een groeiende aandacht voor de participatie en emancipatie van mannen.
Lammers: “Vrouwen krijgen bijvoorbeeld na een scheiding direct van alle kanten hulp aangeboden, van vervangende woonruimte tot advies over de toewijzing van de kinderen.”
“Mannen staan sneller met lege handen”, voegt Achterkamp toe, “als man moeten ze het zelf regelen.”
Volgens hem liggen hier ook de zogenaamde mannelijkheidscoderingen aan ten grondslag. Opvattingen en denkbeelden die mannen hebben meegekregen over wat in een bepaalde context gewenst en ongewenst gedrag is. “Een man vraagt geen hulp. Hij trekt niet aan de bel, waardoor hij die hulp voor zichzelf niet regelt. Hij is onmachtig en laat het gewoon gebeuren. De situatie glipt weg uit zijn handen.”
Stap vooruit
“Daarnaast”, vervolgt Achterkamp, “steunden we veel initiatieven om vrouwen uit hun isolement te halen. Diezelfde vrouwen gaven aan dat hun mannen niet diezelfde ontwikkeling doormaakten en eigenlijk bleven hangen in de oude situatie. Thuis werd de kloof alsmaar groter en dat zette een rem op de ontwikkeling van de vrouwen en hun dochters. Want de man reageerde daarop door regels te stellen en zich zo alsnog te handhaven. Dus de vraag kwam ook van de vrouwen zelf.”
Het programma richtte zich op drie onderdelen: het bevorderen van maatschappelijke participatie, het stimuleren van reflectie op de eigen identiteitsbeleving met als doel persoonlijke ontwikkeling en zelfbewustzijn en tot slot het bevorderen van emancipatie in de zin van doorbreking van traditionele rolpatronen en normen binnen relatie, gezin en familie.
Achterkamp: “Dat laatste is iets van de lange termijn. Als je van niets doen weer in het leven gaat staan, is dat een hele stap vooruit. Dat op zich vind ik al een fascinerende en spectaculaire ontwikkeling. Als deze mannen hun blikveld verbreden, laten ze vanzelf weer externe invloeden toe. Dan komen ze steeds weer wat verder.”
Lammers heeft het idee dat zij in hun emancipatiedoelstelling misschien iets te ambitieus zijn geweest: “Persoonlijke ontwikkeling gaat vooraf aan emancipatie. Empowerment alleen kost veel tijd en energie van alle betrokken partijen. Drie jaar is dan waarschijnlijk te kort om ook nog eens de emancipatiedoelstelling te verwezenlijken. We zorgen er in ieder geval voor dat het blijft rollen. Met een aantal individuele organisaties kijken we wat nodig is. Zorgen dat er een methodiek ligt, zodat andere organisaties niet het wiel opnieuw hoeven uit te vinden.”
Levensvreugde
De resultaten zijn bemoedigend, vinden Lammers en Achterkamp. “Veel mannen hadden een complexe problematiek. Iedere dag op de bank met de gordijnen dicht. Voor een groot aantal mannen is dit verleden tijd", zegt Lammers. “Ze zijn weer in beweging”, vult Achterkamp aan. "Ze hebben het gevoel dat ze er toe doen en ervaren weer levensvreugde. Prachtig!”
Naar de ervaring van Lammers zijn het vaak hele simpele dingen, die de mannen uit hun isolement halen: “Een van de mannen van het project in Rotterdam vertelde met kerst weer alleen te zijn. De projectleider opperde dat de mannen ook samen kerst zouden kunnen vieren. Dat werd uiteindelijk heel gezellig.”
Kleine stapjes dus, met mooie resultaten. ” Maar”, zegt Lammers, “het is nog een lange weg.”